Heerlijk relaxen! Moe na dagen in een safari-auto? Dan is het tijd om de maagdelijk witte stranden en het azuurblauwe water van de Indische Oceaan te ontdekken.
Kenia staat bekend om haar nationale parken en de vele wilde dieren de je hier kunt tegenkomen. Maar wist je ook dat Kenia prachtige stranden heeft met een kustlijn van maar liefst 536 kilometer lang? Bovendien zijn er tal van eilanden voor de kust, die allemaal een bezoek waard zijn. Hier vind je een lijstje met de beste locaties aan het strand.
Diani Beach is waarschijnlijk het bekendste strand van Kenia. Al jaren staat dit aan de top van Afrika’s mooiste stranden. Het is ook ons meest favoriete strand met vijftien kilometer prachtig wit zand, rijen kokospalmen en de mooiste kristalheldere, blauwe oceaan.
In Diani kan je kiezen uit veel verschillende resorts; van eenvoudig tot superluxe en van kleinschalig tot groot en all-inclusive. Het fijne is dat het hier nooit echt druk is, en dat het dorpje Diani vlakbij alles biedt wat de moderne toerist nodig heeft. Bij de resorts kan je bovendien allerlei excursies en dagtochtjes regelen. Denk aan diepzeevissen, snorkelen, duiken, tripjes naar zandbanken en dagsafari’s in de heuvels van Shimba Hills.
Bamburi Beach heeft een supermooi strand en ligt net iets ten noorden van het centrum van Mombasa. Door haar ligging is dit strand in het weekend populair bij inwoners van Mombasa. Dat maakt dit strand levendiger en Afrikaanser dan de stranden van Diani, maar zeker niet minder mooi.
In Bamburi vind je meerdere resorts en hotels, en daarnaast veel verschillende restaurants, strandbarretjes en zelfs een kartbaan. Bovendien ligt Haller Park vlakbij, waar je perfect kunt wandelen en fietsen in de schaduw van het regenwoud. Er is ook een kleine dierentuin, met nijlpaarden, krokodillen, slangen in terraria en vlinders in het vlinderpaviljoen. Ook kan je hier giraffen met de hand voeren.
In Malindi, verder naar het noorden van Kenia, vind je op drie uur rijden van Mombasa een paradijselijk strand. Malindi is een toeristische trekpleister met veel resorts en hotels, en een historisch centrum dat al in de vijfde eeuw na Christus bewoond werd. In 900 na Christus werd het een koninkrijk, met vanaf 1100 na Christus Somalische, Egyptische, Nubische, Arabische, Perzische en Indiase invloeden door overzeese handel. Op een gegeven moment zette Vasco da Gama hier voet aan wal om het gebied onder Portugees beheer te plaatsen. In de 19e eeuw namen de Britten het heft in handen, waarna Malindi na de onafhankelijkheid onderdeel werd van Kenia.
Tot op de dag van vandaag is Malindi overwegend islamitisch, met een inwonertal van iets meer dan honderdduizend mensen. Je vindt hier veel historische trekpleisters, maar alleen al de witte zandstranden, het helblauwe zeewater en de vele kokospalmen maken het waard om Malindi te bezoeken. Je kunt hier bovendien veel doen: snorkelen of duiken in een van de beschermde zeegebieden, per kano door mangroves varen of historische plekken zoals de ruines van Gede bezoeken.
Watamu ligt iets ten zuiden van Malindi en schijnt een van de beste snorkel- en duikplekken van Oost-Afrika te zijn. Dit kleine stadje met zo’n dertigduizend inwoners is omringd door zee met het meest prachtige koraal net buiten de kust. Deze koraalriffen liggen verspreid over verschillende baaien en worden allemaal beschermd door het Watamu Marine National Park. Behalve dat zijn de Keniaanse stranden van Watamu paradijselijk, met het witste zand en het meest blauwe zeewater dat je ooit gezien hebt.
Het stadje zelf is een fijne mix van Arabische, Keniaanse en meer recentelijk Italiaanse invloeden. Er zijn genoeg hotels en resorts te vinden, en door de Italiaanse invloed is het hier niet moeilijk een pizza of overheerlijk Italiaans ijs te vinden.
Dit droomeiland is wat lastig bereikbaar, omdat een bootovertocht niet erg veilig is en vliegen relatief duur. Maar als je er eenmaal bent, is het genieten geblazen op Lamu. In de twaalfde eeuw na Christus werd dit eiland vlak voor de kust van Kenia voor het eerst als haven gebruikt. Het stadje Lamu heeft daarom een klein historisch centrum met veel Arabische invloeden. Het dorpje Shela in het zuiden van het grootste eiland is al net zo mooi, met als bonus twaalf kilometer aan ongerept strand. In allebei de dorpen vind je genoeg winkeltjes, restaurantjes en barretjes om te verkennen.
In het stadje Lamu zelf is door de smalle steegjes geen autoverkeer mogelijk. Sterker nog, er is op heel het eiland geen auto te vinden. En dat blijft zo, want Lamu staat op de Unesco Werelderfgoedlijst en het is verboden de historische gebouwen af te breken. In plaats van auto’s gebruiken mensen ezelkarren voor hun transport, en ze lopen veel. Om naar de (meer dan 35) omringende eilanden te gaan zijn de traditionele dhows het aangewezen vervoermiddel.
Het groepje eilanden rondom Lamu vormt een waar tropisch paradijs, met heel veel prachtige resorts op allerlei stranden. Aan de overkant van Shela vind je bijvoorbeeld het grotendeels onbewoonde eiland Manda (met hotels maar zonder dorpjes), waar je de zon ’s avonds achter het hoofdeiland de zee in kunt zien zakken. Alles bij elkaar is Lamu dus perfect om te snorkelen, duiken, eiland hoppen en voor de meest geweldige cruises bij zonsondergang.
De eilanden voor de kust van Kenia zijn zoals gezegd van een adembenemende schoonheid. In het zuidoosten van Kenia vind je net voor de kust bijvoorbeeld de eilanden Wasini, Funzi en Chale. Ze staan bekend om hun zeereservaten vol koraalrif, broedplaatsen voor schildpadden en (zo goed als) privéstranden.
Wasini is een eiland met twee dorpjes, dichtbij het Kisite Mpunguti Marine Park en vlakbij een zandbank die alleen bij eb tevoorschijn komt. Het privé-eiland Chale ligt dichter bij de kust met slechts een hotel en een prachtig verstopt strand in een alkoof. Ook Funzi ligt dichter bij de kust. Het bestaat uit vier eilanden bedekt met mangrovebossen, waarvan er een bewoond is. Funzi staat bekend om haar broedplaatsen voor schildpadden, en vanaf hier kun je ook op krokodillensafari op de nabij gelegen Ramisirivier.
Tot slot is er het eiland Kiwayu, zestig kilometer ten noorden van Lamu. Om hier te komen moet je eerst naar het eiland Manda bij Lamu vliegen om vanaf daar een boot te nemen. De overtocht per boot duurt dan nog eens zes uur op een dhow, of kost een paar honderd dollar als je per speedboot gaat. Het eiland is slechts vijftien kilometer lang en vijfhonderd meter breed, en je vindt hier niet meer dan een barefoot paradise lodge en een paar vissersdorpjes. Maar het is de moeite waard, met een broedplaats voor schildpadden en koraalriffen die tot de mooiste van Kenia behoren.
Kan je niet wachten om dit allemaal met eigen ogen te gaan aanschouwen? Kijk dan vooral eens bij onze reisprogramma’s voor Kenia – we hopen je hier snel te zien!